Wie aan Paul van Loon denkt, denkt aan de Griezelbus, of ook recenter aan Dolfje Weerwolfje. Blijkbaar is van Loon echter van meerdere markten thuis, want hij schrijft ook voor beginnende lezers. In de reeks ‘Lees! met Paul van Loon’ van uitgeverij Zwijsen verschenen al 24 titels van zijn hand. Van Loon wil op deze manier zijn liefde voor boeken en lezen doorgeven aan nieuwe lezers. De reeks start met prentenboeken voor kleuters en groeit met de kinderen mee tot leesboeken voor kinderen uit het derde leerjaar, of groep vijf in Nederland. Alle boeken vermelden de bedoelde leeftijdsgroep en het AVI-niveau en bevatten een plaat met de belangrijkste woorden en/of personages. Zo kan je het boek inleiden of nabespreken.Ik zoek mijn jas is geschikt voor kinderen die al drie tot vier maanden leesonderwijs kregen. Het boek bevat twee verhalen: ‘ik zoek mijn jas’ en ‘muis in de doos’. Vooral op dat eerste verhaal wordt de nadruk gelegd via de cover en de korte inhoud op de …
Lees verder
Wie aan Paul van Loon denkt, denkt aan de Griezelbus, of ook recenter aan Dolfje Weerwolfje. Blijkbaar is van Loon echter van meerdere markten thuis, want hij schrijft ook voor beginnende lezers. In de reeks ‘Lees! met Paul van Loon’ van uitgeverij Zwijsen verschenen al 24 titels van zijn hand. Van Loon wil op deze manier zijn liefde voor boeken en lezen doorgeven aan nieuwe lezers. De reeks start met prentenboeken voor kleuters en groeit met de kinderen mee tot leesboeken voor kinderen uit het derde leerjaar, of groep vijf in Nederland. Alle boeken vermelden de bedoelde leeftijdsgroep en het AVI-niveau en bevatten een plaat met de belangrijkste woorden en/of personages. Zo kan je het boek inleiden of nabespreken.Ik zoek mijn jas is geschikt voor kinderen die al drie tot vier maanden leesonderwijs kregen. Het boek bevat twee verhalen: ‘ik zoek mijn jas’ en ‘muis in de doos’. Vooral op dat eerste verhaal wordt de nadruk gelegd via de cover en de korte inhoud op de achterflap. De personages blijven in de twee verhalen hetzelfde, maar de verhaallijn loopt niet door. Vooraan in het boek maak je kennis met de personages, op een illustratie die de twee pagina’s beslaat. Ze zijn allemaal afgebeeld met de jas van een ander personage, waardoor al een tipje van de sluier gelicht wordt over het onderwerp van het eerste verhaal. De cover heeft een bijzonder leuk accent. Als lezer kan je een eigen foto bevestigen in het boek, zodat je zelf ook op de cover verschijnt. De illustraties van Marjolein Pottie zijn erg kleurrijk. Hele bladzijden zijn gevuld met afbeeldingen, waar de tekst over getypt is.In het eerste verhaal gaat Has op zoek naar zijn jas. Hij trekt het hele bos door en komt onderweg een paar vrienden tegen. Uiteindelijk vindt hij de dief. Maar had deze dief wel zo’n slechte bedoelingen? Het tweede verhaal gaat over Muis, die op de vlucht is voor Poes. Zo belandt ze in een doos, die Has meeneemt op zee. Beer en Haas weten intussen niet waar Muis is en worden ongerust. Kan Has Muis terug aan land brengen?Ik zoek mijn jas leest erg vlot. Het lettertype is groot en duidelijk, behalve de tekst bij de praatplaat waar het boek mee begint. Van Loon speelt goed in op het leesniveau van de kinderen. Zo werden er geen hoofdletters gebruikt en bestaan alle woorden uit één lettergreep. Het is een hele opgave om een geslaagd verhaal te vertellen met zulke beperkte woordenschat, maar van Loon is daar prima in geslaagd. Met een beetje intonatie kan je dit boek zelfs spannend maken. Er is veel interactie tussen de personages, wat het verhaal soms moeilijk maakt om te volgen. Er werden geen aanhalingstekens geplaatst, aangezien beginnende lezers nog niet bekend zijn met dit gebruik, maar daardoor is het niet altijd duidelijk welk dier er aan het woord is. Toch vonden de vormgevers een originele manier om de gedachten van Has in het eerste verhaal duidelijk weer te geven: de tekst is cursief gedrukt. Het is ook erg handig dat lezers zelf kunnen beslissen hoeveel ze lezen, zonder te vergeten waar ze gebleven zijn in het boek. De twee verhalen zijn opgedeeld in vijf korte hoofdstukken, die meestal twee pagina’s in beslag nemen. [Ilse Vanherck]
Verberg tekst