Een vrouw merkt dat haar zus en schoonbroer in wier jachthuis in de bergen ze logeert niet zijn thuisgekomen. Als ze op zoek naar hen gaat, botst ze op een onzichtbare wand. Iedereen die zich achter die wand bevindt, is dood. Wat er gebeurd is, weet de vrouw niet, of ze de enige overlevende mens is evenmin. Ze blijft alleen achter, met een hond, een kat en een koe. Om een mens te blijven, om niet krankzinnig te worden, doet de naamloze ik-verteller verslag van haar overleven. De hoop dat een ander levend wezen het ooit zal lezen heeft ze als De wand begint, na 2,5 jaar eenzaamheid, opgegeven.
Haar leven is eenvoudig en hard, onderhevig aan de grillen en het ritme van de natuur. Ze gaat op jacht, ze poot aardappelen, ze haalt hooi, ze hakt hout, ze mest de koeienstal uit. Hoe meer ze nadenkt over haar jachtige, vroegere leven, hoe vreemder de vrouw die ze toen was haar toeschijnt. Onwetend was ze, bevangen door een vaag onbehangen, door verveling, voortgedreven door ijdelheid…Lees verder
Een vrouw merkt dat haar zus en schoonbroer in wier jachthuis in de bergen ze logeert niet zijn thuisgekomen. Als ze op zoek naar hen gaat, botst ze op een onzichtbare wand. Iedereen die zich achter die wand bevindt, is dood. Wat er gebeurd is, weet de vrouw niet, of ze de enige overlevende mens is evenmin. Ze blijft alleen achter, met een hond, een kat en een koe. Om een mens te blijven, om niet krankzinnig te worden, doet de naamloze ik-verteller verslag van haar overleven. De hoop dat een ander levend wezen het ooit zal lezen heeft ze als De wand begint, na 2,5 jaar eenzaamheid, opgegeven.
Haar leven is eenvoudig en hard, onderhevig aan de grillen en het ritme van de natuur. Ze gaat op jacht, ze poot aardappelen, ze haalt hooi, ze hakt hout, ze mest de koeienstal uit. Hoe meer ze nadenkt over haar jachtige, vroegere leven, hoe vreemder de vrouw die ze toen was haar toeschijnt. Onwetend was ze, bevangen door een vaag onbehangen, door verveling, voortgedreven door ijdelheid, ego. In de bergen voelt de vrouw zich deel van een groter geheel, waar geen plaats meer is voor grootheidswaan en de illusie van vrijheid wordt doorgeprikt. Ze is geboren, ze zal sterven, net zoals elk schepsel, 'en verder betekent het niets'. Voor de vrouw is het een geruststellende gedachte, voor de lezer een confrontatie met het eigen bestaan.
Wat haar rest en haar op de been houdt, is de zorg voor de dieren. Zolang die er zijn, piekert ze constant, geen moment vindt ze rust. Zolang die er zijn, is ze ook nooit helemaal alleen. Ze observeert ze, ze maakt hen het leven zo aangenaam mogelijk, ze speelt met de hond en de kat maar nooit vermenselijkt ze hen, ze laat het dier een dier zijn - je zou het liefde kunnen noemen. Ik kan me niet herinneren dat ik de band tussen mens en dier ooit zo geaard, zo mooi, zo ontroerend en met zo'n ongelooflijk inlevingsvermogen beschreven zag. De wand lezen is een beetje je hart laten breken - ook op een goeie manier. Het is een cadeau aan jezelf.
Vertaald door Ria van Hengel, Orlando, 256 blz., 21,99 €.
Verberg tekst