De verhalen van Pit en Puf waarvan De paarse pimpelmoes het eerste deel is, zijn een spin off van De Boeboeks waarmee de auteurs op een nog jonger publiek mikken. Het boekje is dunner, de bladvulling is minder chaotisch, het verhaal eenvoudiger. Om de jonge garde te winnen, organiseert de uitgeverij via een bijgevoegd formulier een kleurwedstrijd waarmee steps en gesigneerde Pit en Puf-albums zijn te winnen.

De voorplaat maakt duidelijk dat het er ook in deze reeks hectisch aan toe gaat. Het neefje en nichtje van Piepel en Soeza denderen op een pimpelpaarse pompelmoes als volleerde rodeorijders door het woud. Ze mogen nog maar net het hol uit maar willen op korte tijd de wereld van het Biezebos ontdekken. En die wereld is niet zonder gevaren: mensenkinderen, zwerfhonden, hongerige katten en een steeds verder oprukkende vuilnisbelt maken uitstappen tot een riskante onderneming. Zo is Opa Brammerd nog steeds spoorloos en voelen de woelmuizen zich niet langer veilig in hun hol. Hoewel dat ook een positieve kant heeft, nu logeren Woel en Wommel muis bij de Boeboeks. Om het gevaar in te dijken hebben de bosbewoners een bewakingsdienst opgericht.

Ondanks de dreigingen wil Puf de omgeving van de Biesbeek verkennen. Als hij katten tegenkomt zal hij eens laten zien wie de sterkste is. Wanneer Puf zich tijdens zijn verkenningstocht te goed doet aan het sap van een rotte pompelmoes valt hij in de klauwen van Knoert en Klumzie, twee katten die tot ver in het bos zijn doorgedrongen. Dan bewijst de Biezebos-patrouille haar nut.

De strip richt zich tot kinderen vanaf vijf jaar, zo meldt de achterflap. Zonder de hulp van volwassenen raken die kleuters nooit wegwijs in het album. De tekeningen op zich zijn niet duidelijk genoeg. Eerste lezers haken allicht af bij het zien van de bijwijlen goed gevulde tekstballonnetjes en de meerlettergrepige woorden. Het verhaaltje-voor-het-slapengaan dat een babysittende oma vertelt -- een verhaal in het verhaal -- en de LSD-achtige trip van Puf maken de structuur er zeker niet eenvoudiger of transparanter op. De grappige figuren vormen wel een aantrekkingspool.

Het blijft afwachten of het jonge volkje straks Boeboeks zal praten. Hun blauwe collega's zijn erin geslaagd het 'Smurfs' tot het culturele erfgoed te laten behoren. Het Boeboeks ontbeert echter de eenvoud om net als het Smurfs uit te groeien tot een veel gebezigd jongerenjargon.

[Werner Verrelst] Verberg tekst

Eerste deel in een nieuwe serie stripverhalen over de Boeboeks, een soort muizen die in het Biezebos wonen. Dit album is gebaseerd op het eerder verschenen boek 'De Pimpelmoes'*. Er is onrust in het bos want er komen beesten (katten) die er niet thuishoren. Pit en Puf zijn Boeboekkinderen die in dit verhaal een avontuur beleven als ze twee hongerige katten tegenkomen en gered worden door hun dierenvrienden. De illlustraties zijn in felle (veel groene) kleuren ingekleurd. De weinige tekst staat in ballonnen in de illustraties. De tekeningen zijn niet bijzonder aantrekkelijk en soms voor jonge kinderen angstaanjagend. Het verhaal is onduidelijk en zonder veel lijn en de tekst kent veel onbekende (verzonnen) woorden wat het geheel nog onduidelijker maakt. Kortom, geen aanwinst. De titel slaat op slechts een zeer klein onderdeel van het verhaal.